cxxv van naamvoorlettersrangwapen of dienstvak, in witte lettersbuitenwerk metende 80 X 40 X 40 cM., dan wel 2 ijzeren of stalen koffertjes, buiten werks [t hoogstens metende 61 X 40 X 23 cM. en voorzien van dezelfde aanwijzingen; 12. Een veldklamboe; 18. Een stuk waterdichte stof, lang 2 M.breed 0,75 M.; 14. Een noodverband 15. Een veldbed met toebeh.hoogstens wegende 15 K.G-. en waarvan de afmetingen, dichtgevouwen, niet meer bedragen dan 1,10 X 0,25 X 0,25 M.; 16. Een noodration 17. Een zaklantaarn. Bovendien Voor de onberedenen: een veldtasch. Voor de bereden officieren: een harnachement als aangegeven in de A. O. 1902 N°. 161 (marsch- tenue) (1). Voor de officieren van den Gfeneralen Staf en a la suite van dit dienstvak: 1 curvimeter en 1 Smalkalder patent-boussole. Voor de officieren enz. van de Genie en a la suite van dit wapen: (1) Voor de volledige beschrijving zie genoemde A. O. De hoofdonderdeelen van het harnachement zijn 1. het halsterhoofdstel; 2. de zadel met toebehooren (Eng. model); 3. het paardedekje; 4. de zadelzakken; 5. de kaartentasch 29 cM. lang19 cM. breed 6. de paktasschen (alleen voor officieren van de Cavalerie). N.B. Alles ongekleurd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1913 | | pagina 137