zulke dingen! Ja maar hij zou zijn best doen:
moeder mocht het niet weten.
Langzaam ging de deur open. Mevrouw van
Veis trad binnen. Dadelijk had hij gezien, dat er
iets niet in den haak was. Wel keek ze na den
dood van haar oudsten zoon zeer droefgeestig,
maar de strengheid, ja hardheid, die nu uit haar
blikken sprakhad nog nooit in haar oogen gelegen.
„Kees", klonk het kalm, „ben je druk met je
studie of kan ik eens even met je spreken?"
Hij trachtte onverschillig te doen, maar er was
iets in hem, dat zijn bloed deed jagen zijnaderen
zwellen. Ja, hij was geheel bereid zijn moeder
aan te hooren.
„Ik heb daar juist", sprak mevrouw van Veis,
„de correspondentie van Gerrit verder nagegaan en
heb een ontzettende ontdekking gedaan. Gerrit had
speelschulden, hooge speelschulden. Wist jij dat?
O God, ik begrijp het niet, het kan niet waar
zijnmaar 't is waar, „van Veis" stond immers
op het couvert. O Kees, jongen, wist jij daar iets
van
Dan was dus al zijn moeite vergeefsch! IJdel
waren dus zijn pogingen geweest om alle brieven
dienaangaande op te zoeken. Nutteloos al zijn be
moeiingen. Gerrit schuld of hij er iets van
wist van Yels stond op het couvert. Alles wir-
warde door zijn hoofd. Een seconde maar, toen
was hij zich zelf weer meester, zijn plan was ge
vormd, kalm ging hij zitten en toen praatte hij
heel lang met zijn moeder. Hij, Kees, was im-
O