20
Wat er ook mocht gebeuren, hij zou niet mee
doen met de anderendie de blanken in een hinder
laag wilden lokken, om ze dan plotseling van alle
kanten door een woedenden lansaanval te bestoken.
Zijn zoon was geheel anders! „Geen enkele van
de ellendelingen zal in 't leven blijven", had hij
zijn vader uitdagend toegeroepen, toen deze be
denkelijk t hoofd schudde over al dat boos geweld
„strijden zullen wij, en, zoo de overmacht te groot
is, als ware helden vallen!"
Al nader en nader kwam het onheil, dat voelde
men wel. Eindelijk, op een namiddag ging de
tijding door de dessa„De Vreemden zijn gekomen
Een Inlander, die, toen de zon reeds dalende
was, en 'toverige deel van 'tvolk thuis zat, nog
naar 't veld gingomdat hij er zijn arit (9) had
vergetenzag plotseling in de verte enkele vreemde
gestalten.
Vlug verschool hij zich tusschen 'triet en kon
ze nu duidelijk zien aankomen.
Ze droegen kogelblauwe kleeren en hadden een
helm op het hoofd; en dan hadden zeja,
het waren geen lanson of knotsen, maar wat nu
juist wel, dat kon hij niet zeggen, zeker die helsche
werktuigen, waarvan Pah (10) Warrioh, de loera,
verteld had, en die vuur uitbraakten!
Die kortebreede manmet dat blinkende wapen
in zijn handscheen hun aanvoerder te zijnwant
ze behandelden hem met nog veel grooter respect
dan hij het Pah Warrioh, den oudsten van de
kampong, deed.