VERMIST.
De bleekzilveren maan gleed voort langs haar
diamant bezaaiden baan. Rustig lag het landschap
daar beneden haar en de weide met haar slooten
en de huisjes; alles ademde kalmte en vrede.
Maar ook elders vervolgde zij haar weg. Doch
hier verlichtte haar schijnsel een gansch ander
tooneel.
Een uitgestrekt alang-alangveld
Langzaam wiegelden de slanke halmen heen en
weer, bewogen door den zachten avondwind.
De zilverglanzende bladerenkro'nen der klapper-
boomen teekenden zich af tegen den helderen
avondhemel.
Wat verstoorde daar de rhytmischo golving der
alang-alang
Was het een roofdier, dat door honger gedreven
van den nacht gebruik maakte, om de een of
andere prooi te bemachtigen? Neen!
Het waren menschen, twee fuseliers, die, na
een gevecht, gewond en hulpeloos achtergebleven
waren.
Hijgend en moeilijk kropen zij voort door het
lange gras.