41
Waarschijnlijk komen wij niet voor 's avonds laat
terug, als we ten minste nog terugkomen", viel
hij zich zelf met een flauw glimlachje in de rede,
„en daar de ritmeester van plan is nog vóór het
aanbreken van den volgenden dag van hier te
vertrekken, zal ik tot mijn grooten spijt wel geen
gelegenheid meer hebben met U samen te zijn".
Zij zuchtte diepwas het van verlichting of van
smart om de aanstaande scheiding? Hij scheen
het laatste te denkenwant bijna fluisterend vroeg
hij: „Marie, Marie, spijt het je, dat ik wegga?"
Eerst nu scheen zij woorden te vinden. Ze sprong
op en haar hand uit de zijne trekkendriep ze met
een vreemd heesche stem; „Neen, neen, ga, ga
zoo spoedig mogelijk, dat is het beste! voor
ons beiden", voegde ze er zacht aan toe.
Ook hij was opgestaan. „Voor ons beiden? Ik
begrijp je niet Marie. Toe, zeg mij, wat je
daarmee bedoelten hij trad op haar toe. Doch
ze week achteruit en hem afwerend riep ze nog
eenmaal als in de grootste angst: „Ga heen, in
Godsnaam, ga, ik smeek er je om!" Verbaasd
over hare heftigheid bleef hij staan, toen boog hij
het hoofd en zeide treurig,,'t Is goed, ik zal gaan,
daar jij het mij vraagt, maar eerst, dat kan je
me niet weigerenen opnieuw haar hand
grijpende kuste hij die. „Vaarwel!" en hij ging.
„Vaarwel!" herhaalde ze zacht en met betraande
oogen keek ze hem na. Nog eenmaal wendde hij
zich om en wuifdetoen liep hij snel op het huis
toe en verdween uit het gezicht.
Nog geruimen tijd bleef Marie peinzend staren