46
bevolking, die hem alle voedsel en beschutting
zou weigeren en hem zoo mogelijk zou overleveren
aan de benden franc-tireursdie de streek onveilig
maakten. Zijn toestand was hachelijkachter zich
de vijand, vóór zich een ondoorwaadbare beek,
waarover slechts één overgang was en deze was
bezet, terwijl tot overmaat van ramp zijn paard
niet verder kon.
In deze moeilijke oogenblikken dacht hij plotseling
aan de eenige, die hij meende te kunnen vertrouwen,
die hem reeds gewaarschuwd had voor liet dreigende
gevaar. Zij alleen kon hem helpen't was zijn
laatste kans. Zijn besluit was genomen en hoewel
het hem veel moeite kostte zijn trouw paarddat
hem zoo juist nog het leven had gered, in den
steek te laten, steeg hij af en begaf zich te voet
zoo stil mogelijk naar den watermolen. Aankloppen
durfde hij echter niet, daar hij vreesde, dat de
molenaar, wiens vijandige gezindheid hij voldoende
kende, hem zou verraden. Hij liep dus om het
huis heen naar den achterkant, waar hij wist,
dat zich Marie's kamer moest bevinden. Door een
der ramen viel een lichtschijnsel en na voorzichtig
er heen te zijn geslopen, kon hij naar binnen zien.
Ja, 'twas haar kamer. Hij zag haar geknield
voor het ledikant, het gelaat in beide handen
verborgen en het zenuwachtig schokken van haar
lichaam verried, dat ze weende. Gedurende eenigen
tijd bleef hij staan en kon den blik niet afwenden
van het lieve meisje voor hem, doch de tijd drong,
hij moest handelen, wilde hij den voorsprong op
zijn vervolgers niet verliezen.