60 aan te doenze moest naar beneden. Ving wreef ze haar wangen nog een beetje om er niet al te bleek uit te zienbeproefde haar gezicht in een vroolijke of tenminste in een gewonen plooi te zetten en ging de trap af. Halverwege vloog Willy haar al tegemoet. „Zoo, Ellekind, hoe gaat het met jou, lieve, hemel, wat heb ik je in een tijd niet gezien, waar heb je in 's hemelsnaam gezeten? Elly glimlachte mat: „maar Wil, en gisteren ben je nog hier geweest." „Gunst, da's waar ook. wat ben ik toch een uil," zei Willy met een komiek-wanhopig gezicht. „Maar zeg, wat doe je aan morgenavond op het bal, je nieuwe jurk zeker hè, en je witte schoenen of je zwarte?" Elly schrok, het bal, daai had ze nu heelemaal niet meer aan gedacht, het bal, waar ze zich zóó op verheugd hadwaai ze met Vic al een heeleboel dansen voor besproken had en dan haar nieuwe jurk, waar ze zoo trotsch op was en waar Vic zoo verlangend naar was geweest. „Elly, Elly," had hij gezegd, „kind, ik durf haast niet met je te dansen, want dan steek ik zoo vreeselijk bij je af". En ze had zich lachend tegen hem aangevlijd en plagend gezegd„Oowat ben ik weer nederig, net of je je niet van je waarde bewust bent, of je niet heel goed weet, datje mooie donkere oogen hebt en dat bijna alle meisjes vei- liefd op je zijn!" En hij had haar naar zich toegetrokken en haar gekustvurig en hartstochtelijkop haar mond haar oogenheur haartotdat ze zich hijgend van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1913 | | pagina 216