6Ï
hem losgemaakt en gesmeekt had: „Doe dat niet,
Yicdoe dat niet", en hij dadelijk heel nederig ver
giffenis gevraagd had en gezegd
„.Je bent toch maar een verstandig meisje, Elleke,
maar je moet ook maar verstand voor ons beiden
hebben, want ik kan het heusch niet helpen, dat
ik zoo hartstochtelijk van aard ben."
Dit alles was pas twéé dagen geleden gebeurd
en nuElly voelde, dat ze niet naar het
bal kon gaan, onmogelijk, en stamelend zei ze:
„Ik ik denk nietdatdat ik er naar
toe ga."
Willy deed een stap achteruit van verbazing.
„Maar Elly," schreeuwde ze bijna, haar aan
kijkend alsof ze aan haar verstand twijfelde „maar
Elly, ben je nou niet goed? Er is hier nog geen
bal geweest of jij was er, je zou het gewoon niet
in je hoofd halen, om er niet naar toe te gaan,
en een bal zonder jou is geen bal, trouwens, dat
weet je zelf ook wel; want jij bent altijd het
middelpunt en als dat er niet is, loopt de heele
boel in het hopderd. Dus ga je morgenavond mee,
je mag nu hoog of laag springenje gaat mee en
daarmee uit".
Elly zag in, dat er geen ontkomen aan was,
en zei berustend: „Nou, vooruit dan maar, ik
zal gaan". Willy vloog haar om den hals en zei:
„Ik wist wel, dat je een verstandig wurm was
zooeven ijlde je een beetje, maar je bent nu
gelukkig weer bij kennis, ja, laat me even je jurk
zienik heb hem nog niet af gezienhij is zeker
boven, hè", en ze trok Elly mee de trap op.