xvi
voor de algemeene tactiek, de strategie en de
krijgsgeschiedenis, het militair strafrecht, de
oorlogsgebruikende militaire aardrijkskunde (be
halve die van Nederlandsch-Indië)het theore
tisch en practisch onderricht in d§n velddienst
met uitzondering van dat aan de cadetten der
cavalerie hier te lande zoomede voor het
teekenen voor de cadetten der infanterie en
cavalerie.
(Geeft les in tactische oefeningen op de kaart
en in strategie en krijgsgeschiedenis.)
D. R. Buma, (20), Ritmeester der Cavalerie, voor
de rij- en africhtingskunstde paardenkennis en
het paardrijden, het gedeelte der tactiek, meer
in het bijzonder betrekking hebbende op de cava
lerie, het theoretisch en practisch onderricht in
den velddienst aan de cadetten der cavalerie
hier te lande, de reglementen, de exercitiën en
bijzondere oefeningen voor dat wapen.
(Geeft les in paardrijden, cavalerie-tactiek en
rij- en africhtingskunst.)
H. J. A. Feber, (20), Kapitein der Artillerie, voor
de artillerie-wetenschap in haar vollen omvang;
voorts voor zooveel de cadetten der artillerie
betreftde reglementenvoorschriftenexercitiën
en practische oefeningen voor dat wapen, benevens
het rechtlijnig en het topographisch teekenen.
(Geeft les in de artillerie-wetenschap.)
T. Bodenhausen, (15), Kapitein der Genie, voorde
genie-wetenschap in haar vollen omvang daar
onder de toegepaste mechanica en de geodesie,
zoomede het landmeten en waterpassen begrepen