HET OUDE LIED. Ik heb toen haar hoofd in mijn handen genomen, Ik drukte heel zacht toen mijn mond op haar wang Ik heb toen het kloppen heurs hartjen vernomen. Ik ben blijven zitten heel lang, heel lang. Ze legde haar kopje toen tegen mijn schouder, Z'omhelsde me lang uit hartstocht'lijken drang, Ze keek naar me innig met gloedvolle oogen, Ze bleef zoo toen kijken heel lang, heel lang. We hebben daar samen heel stil zitten droomen, We waren nu anders als even geleên, We wisten pas nuwrat we toen wilden weten We voelden ons nu; voor 't leven één. Free.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1913 | | pagina 240