HET OUDE LIED.
Ik heb toen haar hoofd in mijn handen genomen,
Ik drukte heel zacht toen mijn mond op haar wang
Ik heb toen het kloppen heurs hartjen vernomen.
Ik ben blijven zitten
heel lang, heel lang.
Ze legde haar kopje toen tegen mijn schouder,
Z'omhelsde me lang uit hartstocht'lijken drang,
Ze keek naar me innig met gloedvolle oogen,
Ze bleef zoo toen kijken
heel lang, heel lang.
We hebben daar samen heel stil zitten droomen,
We waren nu anders als even geleên,
We wisten pas nuwrat we toen wilden weten
We voelden ons nu;
voor 't leven één.
Free.