91
En, vroolijk gestemd op een lustig festijn,
Gaf hij graag den volgenden raad
Mijn vrienden, blijft altijd verstandig,
Verslinger je nooit aan een vrouw,
Je zoudt er je zelf om beklagen,
Want ach, ze verveelt je zoo gauw.
En trek j'er eens uit om te fuiven,
Dan volgt het je steeds als een spook
„Och Heerals ik thuis kom dan staat er mijn vrouw
„Slagvaardig gereed met een pook."