xc in wier midden en waarmede wij zooveel jaren gestreden hadden. Voor goed? Neen, niet geheel en al. Aan het einde van het seizoen toch 7 heeft tusschen de Kampioenen van West, Oost en Zuid de eindstrijd om het Kampioenschap van Nederland plaats. En dat Yelocitas in die richting voortschrijdt (en wij constateeren het met vreugde)dat er een reactie in de goede richting plaats heeft, bewijzen wel de twee eerste wedstrijden in nieuwen kring gespeeld. Hoewel wij den tijd vooruitloopen, is het ons toch een te groote behoeftehier te kunnen neerschrijven dat reeds twee mededingsters verslagen zijn, te wetenWilhelmina in 's Hertogenbosch met 21 en Y. V. Y. op ons eigen veld met een sprekende 8—1. Rest ons ten slotte nog het feit te herdenken, dat onze beschermheer, de Eerste-Luitenant W. J. Lucardie, door zijn vertrek naar de tropen de Academie en daarmede ook Yelocitas moest vaar wel zeggen. Moge het hem aangeboden Eere-Lid- maatschap een gering bewijs zijn van de erkenning der tallooze diensten door hem aan onze Yereeniging bewezen; ongetwijfeld staat bij alle leden de over tuiging vast, dat wij in hem verloren hebben een der wakkerste strijders voor onze belangen, die geen tijd of moeite ontzag onze Club, ook in haar moeilijkste dagen, met raad en daad ter zijde te staan. Een geluk mag het heeten, dat de Eerste-Lui tenant F. G. de Yeer ondanks de oogenschijnlijk donkere toekomst wel het beschermheerschap heeft

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 100