Vaststelling van de velduitrusting voor officieren en minderen yan het Nederlandscfi-Indische Leger. CXXVII Algemeene order voor het Indische Leger. 1912 N°. 21. 1. Mits deze wordt de velduitrusting vastgesteld als volgt: A. Officieren, onder-luitenants en Adjudanten-onderofficier. Bewapening 1. Revolver of zelflaadpistool met toebehooren en revolverkoordingericht tot gebruik van model munitie. 2. Munitie18 patronen bij de revolver, 8 houders bij het zelflaadpistool. 3. Sabel. Voor de onberedenen de gebruineerde marechaussée-sabelvoor de beredenen de cavalerie- sabel, beide met zwart lederen schede en gordel of koppel. Kleeding 1. Bovenkleeding Jas en pantalon van de veldtenue. 2. Hoofdeksel Bamboehoed Pet van de veldtenue.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 139