ÜXXIX Van naamvoorlettersrangwapen of dienstvak in witte lettersbuitenwerks metende 80 X 40 X 40 cM.dan wel 2 ijzeren of stalen koffertjesbuiten werks hoogstens metende 61 X 40 X 28 cM. en voorzien van dezelfde aanwijzingen; 12. een veldklamboe; 18. een stuk waterdichte stof, lang 2 M.breed 0,75 M. 14. een noodverband 15. een veldbed met toebeh.hoogstens wegende 15 KG. en waarvan de afmetingen, dichtgevouwen, niet meer bedragen dan 1,10 X 0,25 X0,25 M. 16. een noodration 17. een zaklantaarn. Bovendien Voor de onberedenen: een veldtasch. Voor de bereden officieren: een harnachement als aangegeven in de A. O. 1902 N°. 161 (marsch- tenue) (1). Voor de officieren van den Generalen Staf en a la suite van dit dienstvak: 1 curvimeter en 1 Smalkalder patent-boussole. Voor de officieren enz. van de Genie en a la suite van dit wapen: (1) Voor de volledige beschrijving zie genoemde A. O. Do hoofdonderdeelon van het harnachement zijn: 1. het halsterhooi'dstol 2. de zadel met toebehooren (Eng. model) 3. het paardedekje 4. de zadelzakken 5. de kaartentasch 29 cM. lang19 cM. breed 6. de paktasschen (alleen voor officieren van de Cavalerie). N.B. Alles ongekleurd. 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 141