4
hun militair-zijn werden bijgebracht op een instel
ling, die onder Uw leiding stond.
Noode zagen we U vertrekken, gehecht als we
waren aan U èn als mensch èn als militair.
Het is niet aan ons om een oordeel te hebben
en over U te schrijvenzooals een van Uw gelijken
zou kunnen doen, noch kunnen wij bogen op het
talent om het weinige dat wij van U weten in
smaakvolle bewoordingen en sierlijke zinnen neer
te schrijven, maar de woorden, die wij uiten,
komen recht uit ons hart:
„Kolonel Geevinck, weest overtuigd van onzen
oprechten eerbied en dankbaarheid".
DE EED ACTIE-COMMISSIE
1918—1914.
Alkmaak, 1 November 1913.