9
geloof wel, dat ze voorkomt, maar dat ze tot de
hooge zeldzaamheden behoort. Er is wel degelijk
trouwe, zelfopofferende liefde, die zichzelf geheel
wegcijfert en alleen denkt aan 't geluk van 't
voorwerp dier liefde. Ja, ik zelf heb dat onder
vonden maar helaas was er in dat geval van mijn
kant geen sprankje van zoo iets te bekennen; ik
gevoelde wel vriendschap en ook wel medelijden
met den persoon in kwestie, maar ik geloof, dat
het beter is géén vriendschap te sluiten als het
maar van één kant komt omdat het mij dan voor
de andere partij een voortdurende marteling lijkt.
Misschien heb ik het mis, maar ik heb het ook
nooit doorgemaakt en kan er dus verder niet over
oordeelen.
Wat mij zelf betreft, ik ben dikwijls verliefd
geweest, soms wat langer, soms wat korter, op
dat punt was ik vroeger vreeselijk licht ontvlam
baar tegenwoordig doe ik niet meer aan die dwaas
heden.
Ik heb in mijn leven (je zult zeggen, dat is nog
niet langmaar toch lang genoeg om er een heele-
boel in te ondervinden) maar één keer werkelijk
liefgehad oudere en wijzere mensehen zeggen
natuurlijk: „Nou moet je zoo'n kind hooren, ze
heeft net d'r haar opgestoken en verbeeldt zich
werkelijk te hebben liefgehad, wat een onzin".
Dat zijn heel wijze en verstandige redenaties,
maar die menschen vergetendat wat in hun oogen
snert en kinderspel, in onze oogen heilige en dik
wijls heel droevige ernst is.
Een juffrouw op een concert zong eens: „Plaisir