29
Toen Catharina door de kleine poort,
die toegang gaf tot 't achterst van den tuin,
weer binnenging, nog omziend naar haar lief,
zag zij een schim wegglijden in de struiken.
o God, men heeft haar onderhoud bespied,
haar vader zal nu weten, dat zijn dochter,
zijn Catharina, liefheeft een van Ulvenhout!
II.
Hebt ge wel eens een bangen droom gehad?
Van een snel-draaiendangstaanjagend Iets,
dat, héél klein, nadert bliksemsnel van ver,
en al maar grootergróóter Gróóterwordt
totdat het draaiend rad neervalt op u,
die daar gestrekt ligt, huiverend in doodsangst?
Zóó viel het ongeluk, als een draaiend rad,
met woesten smak op der gelieven geluk.
Oweg wèg wèg was nu hun ideaal
hun lieve mooie ideaal,
hun heerlijk bouwwerk, rijzend fier,
dat zij te samen bouwden,
dat samen zij oprichtten, glanzend mooi;
't lag nu in puinin stukkenneer
hun levensmooiheid was nu wreed vernietigd
Kaso van Gaveren had zekerheid,
dat wat hij lang reeds vreesde, waarheid was.
Zijn dochter, 't liefste wat hij had in 't leven,
had zijn geslacht verradenschande hem gebracht.
Maar 't was haar jeugddie haar dit deed bedrijven;
hij kende 't edel hart van Catharina,
