31
-Laat dan mijn Liefde sterven 't mooiste in
[mijn leven,
'k wil u dit offer brengen
Mijn Godal is het zwaar
Haar ziel was nu vervuld van hooge Liefde,
van heil'ge Kinderliefde voor haar ouden vader.
En als een plicht, héél zwaar, maar ook héél grootscli,
zag zij nu in: die and're lager liefde
mocht niet voortleven in haar kinderhart;
en zonder aarzelen omhelsde ze haar vader.
Haar dankbaarheid welde in haar als een golf
van groote teederheid en van verheven vrede.
Haar offer scheen haar licht nuschoon en goed
hoe had ze ooit zoo groot geloofd die liefde,
die zin'lijkheiddie ze voor Walter voelde?
Neen't grootsche van haar ziel had zij herkend
haar kinderliefde voor haar vader
In 't duister van haar kamer in den nacht,
daar voelde zij haar zelfbedrog, haar zwakte,
en wreede twijfel striemde nu haar ziel.
Was 't goed, wat zij gedaan had, zonderdenken?
Haar jonge Liefde had ze klein genoemd,
en zinnelijk en laag dat was een leugen
want o, nu voelde ze, hoe ze hem liefhad,
haar Walter, dien ze trouw gezworen had.
Haar ziel verlangde, smachtte naar haar lief,
die nu haar lief niet zijn mochtMaar dat
[kon niet,
nóóit meer hem zien
nóóit meer zijn stem vernemen, als hij sprak