BLAUWE OOGEN.
42
Het was voor het eerst op een bal van een vrind
Het staat me nog voor, als was 'tgist'ren gebeurd.
Je stal toen mijn hart, o jij schat van een kind
Met je blauwe oogen.
We hebben gedanst en we zagen toen wel:
We vonden elkaar zoo vervelend nog niet,
Wat bonsde mijn hart toen toch wonderlijk snel
Om jou blauwe oogen?
Een week nog en 'k moest weer naar 'tZuiden terug;
Ik moest weer aan 't werk en het vlotte maar niet
Ik had zooveel heerlijks toch achter den rug:
O, die blauwe oogen.
Ik moest met verlof en ik zou naar den Haag,
Ik kon daar onmooglijk een stond langer zijn
Wat voerde me daar dan toch heen in zoo'n vlaag?
Weer die blauwe oogen.
Dat 's lang weer geleden'k kijk nu in 't verschiet,
Wat zal het dan heerlijk en prachtig toch zijn
Mijn meisje: o ja, dat verteld' ik nog niet,
Ze heeft blauwe oogen.
u
Free.