67 waartsverlangend om handgemeen te geraken met die grootelogge Russen, om ze hun bajonet in het lichaam te stooten en hun bloed te zien vloeien in breede stroomen. Yerweg, over de zee, zijn hun huisgenooten en vrienden, die hen gadeslaan; die hun lafheid zullen straffen en hun moed loonen. En ze gaan vooruit, recht op hun doel af, daar naar die hoogten, waar ze hun vijanden weten, veilig in hun loopgraven. De kogels, die met angstig-gierend gefluit om hun ooren vliegendoen hen niet terugdeinsen. Ze weten immers, dat de dood hun een nieuw leven geefteen leven van oneindig gelukzonder smart En ze volgen hun aanvoerders, onverschrokken voortsnellend van dekking tot dekking. Achter de eerste oprukkende linie stuwt nog een tweede golf bergopwaartsen daar achter weer éénen nog één tot zes lange, golvende gele linten naderen, dooden en gewonden als stippen op hun weg achterlatende. Maar draadversperringen en wolfskuilen beletten hun voort te gaan. En tochze moeten daar zijn, op die heuvels, die al grooter en grooter ge worden zijn en die steeds meer kogels schijnen weg te slingeren naar hen. Vooruit! Vooruit! Onder een dichten kogelregen sluipen de dapperen tusschen de draden en hun handenbloedend dooi de in het vleesch dringende prikkels knippen en rukken tot geen kracht hen meer kan dwingen te werken en hun bloed vloeit uit talrijke wonden; dan vallen hun lichamen zwaar neer op den grond

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 219