68
ên anderen snellen toe, nemen hun plaats in,
en vallen op hun beurt.
Maar ze houden volen langzaamheel lang
zaam ontstaan doorgangen en de doorgangen wor
den grooter; de versperringen verdwijnen om plaats
te maken voor lichamen, onbeweeglijk gestrekt
op den grondvoor eeuwig rustend van hun
arbeid
Kweznasof bewondert den moed van die kleine
duivels. Hij ziet hoe zijn mannen ongerust worden
en zenuwachtig vuren op hun vijanden. Het flui
ten der kogelshet geknetter der gewerenhet
gedonder van de veraf opgestelde vuurmonden maakt
de commando's onverstaanbaar.
Daar schittert plotseling aan Japansche zijde de
geheele liniede baj onetten worden op de geweren
geplaatst; de stormaanval gaat beginnen!
Luitenant Kweznasof heeft een geweer gegrepen
van een naast hem gevallen soldaat en vuurt,
vuurt zonder ophouden. Ze moeten terug, die kleine
duivels daar vóór hem, terug zullen ze, ondanks
hun bovennatuurlijken moed. Met de bajonet moe
ten ze achteruit gegooid worden! Hij voelt zich
tot alles in staat; geheel alleen zal hij ze wel
kunnen dooden, al die vijanden!
Dan klinkt aan Russische zijde een helder ge
luid. Het is een hoornsignaal, dat boven het
lawaai van den strijd uitklinkt: het is het sein tot
terugtrekken
Luitenant Kweznasof kan zijn ooren niet ge-
looven. Hij moet zich vergissen. Is zijn stelling
niet onneembaar? Vallen de Japanners niet bij