70 blik het gevaar tegemoet te zienbemerkte hij dat het vreemde gevaarte boven zijn hoofd, zeil doek was. Hij lachte flauwtjes om zijn kinderachtige angst van straks en hij keek verder en zag hoe het grijs witte uitspansel ver uitdeinde, tot het daarginds naar den grond boog; en toen zijn oogen lager rondkeken bemerkte hij overal bedden, enkel ma trassen met dekens, die lagen op den grond en op ieder bed lag een mensch Toen vingen zijn ooren klanken op die tot hem doordrongen als van heel verremaarzich inspan nend, verstond hij woorden en zinnen en begreep de beteekenis ervan. Langzamerhand verdween het pijnlijk-doezelige gevoel in zijn hoofd en kon hij nadenken. Hij begreep, dat hij zich in een ambulancetent bevond en nu hoorde hij ook het pijnlijk gekreun en ge kerm van zijn lotgenooten rondom hem. Akelig was datWat een ellende overal om hem heenWaarom lag hij zelf hier tusschen die zieken Hij was toch gezond! Alleen moe was hij, vree- selijk moe in zijn hoofdzijn arm hoofddat klopte en hamerdeHij wilde zich oprichtenmaar een stekende pijn in zijn rechterbeen deed hem terugvallen. Hij was dus óók gewondevenals al die anderen! Kreunend van pijn en woede over zijn hulpeloosheid bleef hij stil liggen nutot een menschelijke stem dicht bij zijn oor klonk. Hij bemerkte een verpleegster, die hem zacht en kal meerend toesprakzijn kussens opschudde en hem te drinken gaf. Gretig greep hij het glas en dronk het met haastige teugen leeg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 222