76 hebben en lief en zacht voor me zijn als een zuster maar niet meer. Zij zal voor me zijn, wat u zijt voor mijMaar mijn vrouwtje zal ze nimmer kunnen worden. En nu ik dat weet, zuster, is het me alsof ook mijn liefde voor haar is verminderd. Ik weet niet wat het ismaar er is iets koelsiets onver schilligs over me gekomen. O, zuster! Zeg me tochheeft Darja gemeend wat ze toen zei Zou ze me werkelijk niet meer lief kunnen hebbennu ik invalide ben? U moet het me zeggen, u weet het! En zijn hand drukte stevig de hare en zijn oogen keken haar angstig-vragend aan. Toen verloor zij haar gewone kalmte. Dit was te veel voor haar. O, GodZag hij dan nog niet hoe zij, de zuster, hem aanbad als een god heid; dat ze van hem hield, zoo innig, zoo hevig dat ze haast krankzinnig werd! Haar hoofd met haar mooie blonde vlechten viel voorover in de dekens van zijn bed en ze snikte, zoodat heel haar lijf opschokte van overspanning. En toen kwam op eens een groot gevoel van klaarte in zijn binnenste. Toen hij daar dit snik-schokkend lichaam zag en dat hoofd, neergeknakt in de dekens, toen begreep hij En zijn handen streelden heur haar en zijn lippen fluisterden zachte woordjes vol liefde Darja zat in haar klein boudoir en las een roman netje, zonder dat haar hersenen de bedoeling van de woorden op het papier konden begrijpen. Ze dacht aan Alex, hoe hij daar nu lag, heel ver

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 228