77 weg, eenzaam en verlaten, en misschien hevige pijn leed en naar haar verlangde. Ze zou naar hem toe willen vliegen om hem te verplegen en te troosten; ze zag zijn oogen, zijn donkere oogen, die een zacht verwijt in zich droegen dat zij, Darja, niet kwam. O, hij zou denken, dat ze hem niet meer lief hadnu hij daar zoo lagverminkt voor altijd. Maar hij bleef toch immers van haar! Hij bleef toch haar Alex, haar mannie. Ze zou hem nog meer liefhebben dan vroeger, toen hij sterk was en schoon. Nu haar Alex zoo zwaar was getroffen, had hij haar toewijdende liefde im mers nog veel meer noodig. Nu zou zij de sterkste zijn, die hem troostte en door haar, hem steeds omringendeliefde zou zij hem doen vergeten dat groote leed dat hem gebroken had. O, dat ze nu niet bij hem was! Maar ze kon nietze mocht niet. Ze was te zwak had de dokter haar gezegdze zou zich te veel inspannen en het ging goed met hem. Over twee weken was hij zeker bij haar. Maar wat een tijd nog, twee wekenZe hield het niet uit zonder hem Tegen den avond van dien dag ontving Darja een brief. De hand was van haar Alex, ja, ze ver giste zich niet. Een blos van vreugde kleurde haar gelaat. Misschien kwam hij al heel gauw hij was veel beter schreef zelf zijn brieven al Met zenuwachtige, haastige rukjes, scheurde ze de enveloppe open en ontvouwde den brief. Dan vlogen haar oogen over het papier en langzamerhand veranderde de blij-verwachtende glimlach in een trek

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 229