8l blikken voorbijgegaan en de pijnlijkheid der stilte begon zich te doen gevoelen. Eindelijk verbrak een van beiden de pauze. Hij wist wel een gesprek; hij had wel voort kunnen gaan, maar juist de loodzwaarheid van hetgeen hij zeggen moest weerhield hem. En hij moest het zeggen. Doch hij kende maar al te goed het eigenaardige karakter van zijn makker daar tegenover hem. Als huisvriend had hij bijna dagelijks nog de familie van zijn vriend bezocht, iets, dat hij niet alleen uit conventie deedmaar ook, omdat hij er gaarne aan huis kwam. Zoo wist hij nu ookdat hem als intiem vriend meer kon worden toevertrouwd dan den zoon des huizes zelf. Mevrouw Gilmer, de moeder van zijn vriend Dick, had immers een slepende ziekte onder de leden. Een ziektewaarvan het eindedoor leeken nog niet zoo gauw voorzien werd als de weten schap in werkelijkheid al had kunnen consta- teeren. En dat was den huisvriend meegedeeld, maar dat wist Dick niet. De dokter had het zijn zuster in den beginne sterk afgeraden, dit met het oog op Dick's studiën te doen. Maar nunu het einde zoo snel naderdemoest hij er wel mede in kennis gesteld worden. En het was Janden vertrouwde opgedragenden eenigen, die met hem eenigermate kon om springen. Nu moest hij het zeggen Hier? hier in 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 233