LXXX En toen clen volgenden dag de nieuw aangestelde bonnes, geholpen door de waschbazen, ons gesectie- commandeerd en geguided door de stad hadden, toen waren we alweer gewend. De verrassingen op 't goud- en zilvergebied waren natuurlijk weer niet uitgebleven en de bolle Venus bleef zelfs van schrik eenige weken met ziekenverlof; maar dat went zoo gauw. Dat was toch daarvan? Zoo liepen we den derden uchtend alweer 't wal letje. Hebt ge wel eens gehoord van den struis vogel, die de arena wordt rondgejaagd, en wien, na eenige malen den cirkel te zijn rondgeloopen de kop wordt afgehakt, die toch blijft doorloopen tot een oneffenheid in 't zand, iets ongewoons hem doet vallen? Zoo ook liepen wij bewuste loos, naast elkaar sloffend voort tottot we bij dat nieuwe houten ding kwamendaar konden we de bocht niet krijgen: waarom de rolverbaan midden in ons walletje te zetten, waarom weer wreed de ons reeds lief geworden boomen om te kappen, waarom? En trouwens ik heb van de tweede-jaars zandhazen gehoord, die practisch land meten hadden en 't walletje in teekening moesten brengen, dat ze de razernij nabij waren door al die bochten. Ik heb wel eens gehoorddat de H. C-anen, die uit Indië komen14 dagen eerder verschijnen ter acclimatiseering. Dat moest het hooge legerbe stuur ook beslist ieder jaar met ons doen, want na twee dagen bestond er een ware hongersnood aan zakdoeken. Ik houd niet van hatelijkheden, maar ze moesten toch de genie nog eens aan 't werk zetten, om de reten tusschen de ramen van tocht-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 90