LXXXII beven daar achter die twee lange leestafels; maar ik moet zeggen de boert was soms wel eens geen jok meer; Sinterklaas zal echter een volgende keer milder zijn, heeft hij ons gezegd. Langzamerhand werden de spijlen van de borden weer overzaaid met cijfers, die do smart weergaven van den toekomstigen officiersstand, nog slechts enkele dagen het gebouw te kunnen bevolken en toen voerden de treinen weer massa's naar andere streken om hen daar in de schoot hunner familie het Kerstfeest te doen vieren, wat echter met het oog op het uitgebreide leerprogram maar tot een minimum aantal dagen beperkt moest worden. Blijde gingen we henenen hoe moest onze terugkomst wezen! We hadden het al ge hoord in onze woonplaatsende Eerste- Officier overleden. Maar laat ik niet nogmaals onze droefenis schetsen. Aan de woorden, in de vorige jaargang aan het frontportret zijn portret gewijdbehoef ik niets meer toe te voegen om een ieder te bewijzen hoe hoog wij onzen overste de Booy achtten en hoe veel wij van hem hielden. O, wreede, o hardvochtige machine van het dagelijksche leven. Het raderwerk ging weer rond en alles moest gewoon doorgaan. De opengevallen plaats werd aangevuld door den Majoor Elout. Een droevige bijgedachte zal er voor hem zijn geweest bij zijn intrede in de Academiewereld; een groote leegte aan sympathieën vond hij om aan te vullen moge den Overste de opengevallen plaats in de harten van de korpsleden worden geschonken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1914 | | pagina 92