cv beviel ons natuurlijk alles behalve in zoo'n mooi pakje nog voor knechtje te moeten spelen en aller onredelijkst te worden uitgescholden en uitgemaakt voor al wat leelijk is, en toch, we moesten wel door den zuren appel heen bijten. De ontbaringsfuif maakte echter aan al die misère een einde en we deden eindelijk onze intrede in 't corps en werden toen heusch voor „vol" aan gezien. Toen begon voor ons ook het gewone C. S. leventje met a-b c- en d-fuifrespectievelijk bestemd voor klossen, middelmatigenstommelingen en aartsstommelingen. Vijf December bracht in dat leven van vossen, balgen en piepen een kleine variatie en kon aangemerkt worden als „een oase in den woestijn". Natuurlijk ontbraken ook thans de ellen lange strooibiljetten niet, waarop veel leerzaams geschreven stond en waaruit menigeen een leering kon trekken, indachtig aan het spreek woord „Wie de schoen past, schuive hem onder zijn krib". Tot groot vermaak van velen, verscheen de goede Sint in hoogst eigen persoon, wat tot de feestvreugde veel bijdroeg. Weer volgde een wanhopige vosperiode, in 't leven geroepen door een repetitie programma, dat geen mededoogen kende met onze arme hersenen. Het Kerstverlof bracht gelukkig opluchting en werd traditie-getrouw voorafgegaan door het Kerstbal, dat zeer goed slaagde en waar de animo niet ontbrakook al bepaalde velen zich er toe 0111 slechts toe te kijken en niet deel te nemen aan de vreugd van dansen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1915 | | pagina 113