CXXXVII
van naam, voorletters, rang, wapen of dienstvak,
in witte letters; buitenwerks metende 80 X 40 X 40
cM., dan wel 2 ijzeren of stalen koffertjes, buiten
werks hoogstens metende 61 X 40 X 28 cM. en
voorzien van dezelfde aanwijzingen
12. een veldklamboe;
13. een stuk waterdichte stof, lang 2 M.breed
0,75 M.;
14. een noodverband;
15. een veldbed met toebeh., hoogstens wegende
15 KG-. en waarvan de afmetingendichtgevouwen
niet meer bedragen dan 1,10 X 0,25 X 0,25 M.;
16. een noodration
17. een zaklantaarn.
Bovendien
Voor de onberedenen: een veldtasch.
A^oor de bereden officieren: een harnachement
als aangegeven in de A. O. 1902 N°. 161 (marsch-
tenue) (1).
Voor de officieren van den Gfeneralen Staf en a
la suite van dit dienstvak:
1 curvimeter en 1 Smalkalder patent-boussole.
Voor de officieren enz. van de Genie en a la
-suite van dit wapen:
(1) Voor de volledige beschrijving zie genoemde A. 0.
De hoofdonderdeelen van het harnachement zijn:
1. het halsterhoofdstel
2. de zadel met toebehooren (Eng, model);
3. het paardedekje;
4. de zadelzakken;
5. de kaartentasch 29 cM. lang, 19 cM. breed;
6. de paktasschen (alleen voor officieren van de Cavalerie).
N.B. Alles ongekleurd.