SONNET.
Zooals door sombergrijze wolkennevels, dreigend-
[zwaar.
Diedoor 't beklemmend drukken 't Al doen zijn
[in rouw
Soms, langzaam heen zich baant, een wazig stukje
[blauw,
Dat, eerst npg nevlig-vaag, dra dieper wTordt en
[klaar
Zoo kwaamt Gij stil tot mij met plechtig-wijd
[gebaar
En deedt mijn doffe smart verdwijnen door de
[trouw,
Die troostend tot mij kwam uit oog vol tranendauw
En door je zachten druk der handen op mijn haar.
Toen kwam beangst'gend-groote vreugde in mijn
[hart
En alles om mij schitterstraald' in hemelsch licht
Tot 't was als zweefde ik op in ijle ruimte van geluk.
Zooals voor zonneglanzing d'onweerstaanbre druk
Der duistre wolkenmachten plotseling zwicht
En 't lachend licht verwint het somb're zwart.
8 Maart 1914. Cédé.