STORMDAG. 14 Y. Daar buiten slaat de kille regen Tegen stille stammen aan En takken, die in droef bewegen Gestadig'heen en weder gaan; Daar buiten waaien woeste winden In vlagen van hun stormgeweld; Hoeveel jonge boomen vinden We na de storm weer neergeveld? Hier binnen zit ik o, zoo rustig En voel niets van de felle kou; Het rosse vuurtje brandt zoo lustig Of 't altijd door wel branden wou Waarom dan toch dat stille klagen, Die onbestemde droefenis, Als of mijn hart door storm gedragen Bij d'arme boomen buiten is?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1915 | | pagina 172