HERINNERING.
18
IX.
Weet je nog wel, hoe we waren
Zoo droef en zoo ver van elkaar;
Je hadt zoo lief treurig gebogen
Je hoofdje, met 't donkere haar
Weet je nog, hoe 'tis gekomen?
We zaten héél dicht bij elkaar,
Ik kuste je lachende mondje,
Je hand streelde over mijn haar
We waren voor éven weer kind'ren;
Je was toch zoo veilig bij mij
We hadden ons leed toen vergeten,
Met ook nog ons zei ven er bij.