STEMMING.
De blaadjes trillen, de graspluimpjes wuiven,
Zacht zucht het riet langs den waterkant,
En hoog in het woud klinkt't gekoer van de duiven
En vrede rust over 't geheele land.
De zoime gaat onder. Haar laatste stralen
Beschijnen het landschap met gouden glans,
En op de heuvelen en in de dalen
Staken mug en vlieg hun wild gedans.
De nachtuil schreeuwt reeds door de hoornen,
Weg is de gouden zonnemond,
De nacht de nacht hij is gekomen:
't Wordt stil in 'trond, 't wordt stil in 't rond.
Boebie S.