Oudejaarsavondstemming. Daar was dan die avond weder en hoe was hij wedergekeerd, zoo luidde eene stemme in zijn binnenste. Hoeja hoe Was het een jaar gewreest, dat hem nader had gebracht tot het doel, wat hij zich voor oogen had gesteld of of was het hem gegaan, zooals een roeibootjedat met ware doodsverachting strijdt tegen de golven en zich toch steeds verder van land verwijderd ziet. Zijn hoofd ondersteund door zijn armen, zijn oogen onafgewend gericht op de zachtroode vlammetjes in den haard zoo zat hij daar en peinsde! 't Was donker om hem heen en langzamerhand, hoe meer het holle van den nacht begon te naderen, hoe meer ook de duisternis toenam voor zijn oogen en in zijn ziel. Hij snakte naar lichtnaar licht alleen. Maar het licht was niet voor hem 't was voor heel veel andere inenschen, die om de duis ternis lachten en met dronkemans vroolijkheid het oudejaar uit en het nieuwe ingingen. En hij, die nooit om het ernstige van de duisternis en om het vroolijke van het licht gelachen had hij zocht de door zoo velen geschuwde eenzaamheid

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1915 | | pagina 204