tegen uit kunnen richten, want de batterijen werden
boven van het plateautje verplaatst, zoodat men
ze nooit vinden kon. Het bataljon kreeg nu de
opdracht het fort te nemen en de commandant
riep zijn officieren bij elkaar om hen hunne bijzon
dere taak mede te deelen. Hij begon met hun
te beschrijven, hoe een aanval van dezen kant
bijna onmogelijk was, door de steile helling. En
daarom stelde hij zich voor aan dezen kant alleen
een ver doorgezette schijnaanval te doen en te
trachten gelijktijdig het fort van achteren aan te
vallen. Hij verklaarde, waarom er zooveel van
die schijnaanval afhing, die ook het vuur van
andere forten tot zich trekken zou en die hei-
belicht sdoor het zoeklicht van het fort, toch zoo
ver mogelijk, moest doorgezet worden om den
indruk te wekken, dat het een aanval was. Dan
deelde hij de verschillende officieren inalleen twee
luitenants sloeg hij over: Henri en Reginald. Een
van hen zou de ten dood gewijde sectie moeten
commandeerendie de steilte zou bestormende
andere zou de commandant zijn van de voorste
sectie, die door de fortenlinie ging om achter het
fort te komen; hij zou dus baan moeten breken
door mogelijke hindernissen en kalm voorwaarts
blijven gaan door een terrein, dat elk oogenblik
door een zoeklicht afgespeurd kon worden. Voor
beide secties was iemand noodig, die ondernemend
was en van doorzetten wist, vooral, iemand, die
grooten invloed op zijn manschappen had. Henri
en Reginald hadden al die eigenschappen.
Maar de commandant weifelde; wien zou hij