DE MIJN. Regelmatig eentonig klonk het tikken van de oude, groote klok door de stille huiskamer, ver velend monotoonkwellend regelmatig Tik Tak Tik Tak Met het hoofd rustend in zijne handen, staart de jongen over zijn boek heen, in het schelle licht van de lamp. Met droeven blik ziet zijne moeder hem aan en een traan komt in haar oog, als zij vol angst denkt aan den hartstocht van haar zoon. Deze heeft slechts één idee, één begeerte; hij wil naar de mijnenmijningenieur wil hij worden volgen de carrière zijns vaders, die gevallen is op het veld van eer, bij het redden van zijne mannen bij een mijngasontplofflng. En nu wilde haar zoon ook naar de mijn dat afgrijselijke, zwarte hol, waar de dood grijnslacht in eiken hoek, haar eenig kindnaai de mijn, mijn Gtod, neen, dat nooit alles, alles, wat hij maar wilde, maar niet naai de mijn. Een snik verbrak de stilte en zachtkens biggelde een traan over hare wangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1915 | | pagina 219