62
Alle blinden waren gesloten. Waggelend ging hij
verder en toentoen zag hij boven de deur een
wit velletje papier, met de groote, harde letters:
„Huis te koop".
Onmiddellijk besefte hij de waarheid, en deze
was zoo smartelijk, dat hij bijna het bewustzijn
verloor.
Als een beschonkene waggelde hij voort, voorbij
hun oude huis, waar hij zooveel geluk gekend had
bij haar
Voort liep hijvoortZijne oog
randen brandden maar hij weende niet,
kon niet, daarvoor was zijne smart tè groot,
steeds voort liep hij, steeds voort,Waar
heen hij wist 't zelf niet.
Werktuigelijk richtten zijne schreden zich naar
de begraafplaats. Daar vond hij het graf zijner
moeder. 4
De aanblik van dat graf deed de smart, die als
verdoofd was, in volle hevigheid terugkeeren en
hij verloor het bewustzijn.
Hij viel voorover en bleef zoo liggen op den
grafsteen.
Hoe lang hij zoo gelegen had, wist hij niet; toen
hij weer bij kwamgevoelde hij zich doodmoe en
rilde hij over alle leden.
Het was reeds laat, de maan stond aan den
hemel en wierp een etherisch fijn trillend licht
over het aardrijk en gaf aan het landschap een
waas van kalmte en vrede.
En die kalmte en vrede waren als eene ironie
van zijn gemoedstoestand.