Haar Beeld. En als ik dan na zwaren dagtaak, moeheid voel mijn geest omneev'len en vluchten ver van mij de poëzie Aan mijn zijde, mijn muze zacht, is ingeslapen, en door heur haren ziepelt 't guld'ne licht der lamp Dan, hoef ik slechts „Haar" beelt'nis in mijn hand te nemen, waaruit heur blonde lach, mij glanzend tegenstraalten zacht te fluistren haar beminden naam Of zie, mijn muze ontwaakt klaar wakker als door magisch woord,en starend naar mijn schoone lief, komt dra een glans van weeldeblijheid op haar trekken en [woorden schoon van waarheidsvollen lof, ontperlen dan [haar lippen en doen van vuur'ge liefcl' mijn borst stoer [zwellend hijgen en kloppen wildmijn arme hart tot berstens toe. Shgabuk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1915 | | pagina 233