88 Met 't jongste jaar op velddienst. Was nützt der Führer Mut, der Helden Arm Wenn bleiche Furcht die Heere lahmt. Schiller. „Jungfr. v. Orleans" Kek toch, zoo'n kneveltje! Smokie: (wat haartjes op zijn bovenlip glad strijkend). „Zeg, mijn snor wordt al lang! De koffie blijft er nu al in hangen als ik drink". Frisch Een Indischman kanniettegenstaande de hoogst aangename aardrijkskundeles, z'n klapperboomen niet vergeten. Hij slaapt. Plotseling krijgt hij een beurt: „Oit, Oit, menirr, waag eve!" Weg waren alle klapperboomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1915 | | pagina 249