87
Overdreven z i n d e 1 ij k h e i d.
A. tot 0.: Je inoet je niet verwonderen, als je
modder op je bed vindt.
B.: Ja, hij heeft er met zijn bloote voeten over
geloopen.
Bewondering?
Twee cadetten loopen bij de troep. De eerste
is een groep burgers gepasseerd. Zoodra de tweede
er langs komtroept een van de damesleden van
het gezelschap: „Daar heb je nog zoo'n mooie
meneer!"
Adspirant-vaandrig tot cadet: Zeg Brigges, is
U van de Jagers?"
(O, dat reservekader