LXIX kondt verkondigen: „Och, van die staafoefeningen komt niets terecht, evenmin van die Atjeh-episode of dat fiets-nummertje, en dan die artillerie- en genie-oefeninghet is om je dood te brullen." Wat, schaamt gij u niet, de tijd bewees u immers het tegendeel. De voorbereidingstijd was in-gezellig. Hard werd er, dank zij het opporren door enkele fanatici, gé- werkt, er werd gerepeteerd voor dit en voor dat, zoodat men tenslotte meende op een tooneelschool te zijn in plaats van op een Militaire Academie. De noodige uren werd vrij gegeven om te repe- teeren, wat wij te danken hadden aan de goed gunstige beschikking van den gouverneur op de daarvoor ingediende voorstellen van de feest-com- missie. Ja, tenslotte stond er anderhalve cadet op het middagappèl, de rest repeteerde. De feest-commissie en de senaat weerden zich duchtig, vooral kapitein Feber, luitenant vox Freijtag Drabbe en 1 eeraar Yenker waren steeds in de weer het zij ons vergund een woord van dank, van hartelijken dank neer te schrijven aan het adres van deze heereneen dankbetuiging van het geheele corps, waarvan lang niet allen zijn doordrongen van de soesahdie gij in dien voor bereidingstijd gehad hebt. Ongetwijfeld is het wel slagen van dit feest de aangenaamste belooning voor u geweest, die gij kondt krijgen. Langzamerhand kreeg het programma vasten vorm. Twee dagen zou het feest duren; Zondag zouden de reünisten en afgevaardigden van andere militaire onderwijsinrichtingen ontvangen worden waarna op de Soos het feest ingeluid zou worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1915 | | pagina 77