LXX
Het programma voor Maandag luidde: muzikale
reveille, geblazen door onze eigen muziek en de
stafmuziek, waarna de officieele opening van het
feest door den gouverneur zou volgen, 's Middags
een wapenfeest, dat zou bestaan uit: schermen te
paard (Jeu de Rose), staafoefeningenAtjeh-episode
voltige, polsstokoefeningen, wielrijden en zit-
oefeningen, terwijl die dag besloten zou worden
met een uitvoering in Concordiawaarop een bal
met souper zou volgen. Dien avond zou de laatste
stoot pas om 8L/4 uur voorin, gegeven worden.
Den volgenden dag, zooals zich laat begrijpen,
later reveille en een militaire marsch door de stad
's middags kermesse in de excercitieloods met na
dansen, diner op de Academie, en lest best, uit
voering van Stikum op de Soos.
Vooral dat onschuldige woordje souper had heel
wat stof opgeworpenmaar ten slotte stond het
er dan toch.
Toen nog enkele dagen ons van de feesten scheid
den kwam op de bewoners van het 85-jarig oudje
een koortsachtige gejaagdheid neerstrijken; dit
moest nog gedaan wordendat mocht men vooral
niet vergeten. Nijvere handen deden meters touw
veranderen in groene slingershet voorplein werd
herschapen in een arena, waarin straks de gladia
toren der twintigste eeuw zouden binnentreden.
Hoewel de generale repetitie een cavalerist een
bloedige hoofdwonde deed oploopen en een ander
tot de overtuiging bracht, dat je beter met een
veer dan met een ijzeren staaf geaaid kunt worden,
gingen wij goedsmoeds de groote dagen tegemoet,