LXX1 Zondagmorgen, 23 November, kon je dadelijk voelen aan alles, dat er iets bijzonders in de lucht hing; sommige lui liepen zich al te oefenen, hoe hun gezicht die waardige plooi te gevendie het den volgenden dag, als zij ten tooneele zouden verschijnen in de een of andere functie, zou moeten hebben. De avond op de soos gaf een waardig beginen vooral was het gezellig, dat wij onze gasten, de verschillende afgevaardigden, 's avonds mee terug konden nemen naar de K, M. A.ze waren daar door waarlijk onze gasten. Den eersten dag begon de feestvreugde zich al vroeg te uiten; achter ons muziekkorps aan trok het geheele corps met kwartiermuts op langs de woning van den gouverneur, een spontane uiting van feeststemming. Eenige uren later waren al het personeel en de cadetten vereenigd in de amusementszaal, alwaar de gouverneur het feest officieel zou openen. In een korte speech schilderde kolonel Kemper ons het leven der inrichting in de vijf en tachtig jaren van haar bestaan. Wat kregen wij daardoor een begrip van de groote roldie de Academie als onderwijsinrichting gespeeld heeft, hoewel maar een tipje werd opgelicht van den sluier van haar verleden. Wij hoorden alles, wat de gouverneur vertelde, met een gevoel van trots aan. Ook wij waren op die inrichting, die zooveel groote mannen had voortgebracht en aan ons was het vergund als cadet het 85-jarig bestaan te mogen vierenzoodat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1915 | | pagina 79