LXXXI
bemanning? Hiervoor zou natuurlijk de keur vari
het marinepersoneel van de C.R.V. worden uitge
zocht, dus „hervorragende" roeiers. Even goed
als echter een goed leger flinke reserves moet
hebben, waren ook voor de bemanning van onze
„Prinses Juliana" reserve-krachten onmisbaar;
bovendien bleken ten slotte enkele leden van de
oorspronkelijke bemanning niet „hervorragend" ge
noeg te zijn. Daarom werd er dus geoefend en
geëxcerceerd in hoe zal ik het noemen in de
„Meeuw", dat een boot van vroegeren aanmaak is.
Voor hen, die minder goed op de hoogte zijn met
het materieel van de C.R.V. zij gezegd, dat deze
oefening ongeveer overeenkomt met die van een
toekomstig aviateur, die, om zijn toestel te leeren
beheerschen, op een driewieler gaat fietsen. Toch
schijnt deze maatregel veel succes gehad te hebben,
althans allengs mochten meer en meer gelukkigen,
het aanvankelijk schijnbaar onbereikbare voorrecht
verkrijgen; hen werd vergund zich eenige oogen-
blikken op te houden aan boord van de „Prinses
Juliana".
De vuurdoop onderging de „Prinses Juliana" bij
een tocht naar Zevenbergen onder leiding van onzen
beschermheer. Hierbij werd gedurende X uren met
een snelheid van Y knoopen per uur gevaren (X en
Y waren groote getallen, de juiste waarde zijn
mij echter ontgaan) en iedereen was dan ook vol
lof over deze prestatie.
Zooals men weet, bestaat er een Koninklijke
Militaire Academie en een Hoogere Krijgschool,
welnuevenzoo bestaat er roeien en hooger roeien
G