XCII Overdreven geplaag van baren, aan mishandeling grenzende, kermis-scliandalenergerlijke rumoe righeid op de amusementszaalziedaar wat binnen verloop van een paar weken al niet voorviel 20 cadetten werden gedegradeerd, 11 werden door den krijgsraad veroordeeld tot gevangenisstraf van 14 dagen tot 2 maanden, 1 werd ontslagen. Hoe hoogelijk die gedragingen in het cadetten- korps ook nu nog verdienen te worden afgekeurd toch moet erkenddat er wel verzachtende omstandigheden hebben bestaan. Immers: de ca detten werden in de 60-er jaren nog even ouder wets-streng behandeld als bij de oprichting in 1828 werd noodig geacht! De kleinste overtreding, het eenvoudig loopen met de hand in den zak, het los hebben vaneen knoop, dat „ongekleed" zijn heette, een uit drukking die volgens de kwade tongen de Gou verneur van 1913 nog met voorliefde bezigt dat alles werdzelfs als 't in den vrijen tijd voor kwam, onmeedoogend gestraft, ja soms met „eens niet uit", wat toen wilde zeggen aangezien er slechts eens in de 3 weken werd uitgegaan op gesloten zijn voor 6 weken Sprokkelaar, de bekende militaire schrijver van een 25 jaren geleden (Generaal De Petit) schreef over den cadettentijd van 1857'61: Het uitgaan was een beperkt genot. „Herinnert ge U nog" zoo schrijft hij voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 102