cxi
van den vleermuisbrander afhing, ik zag de on
smakelijke costumes, ik rook de te sterke, door
dringende lucht van slechte schmink èn
ik zag het spel der acteurs op de „Bühne"! En
toen herinnerde ik me opeens dat er nog een
verslag geschreven moest worden van Stiekums
wan- en heldendaden. Ja, dat verslag! Lieve
hemel, daar had ik niet aan gedachtEen
verslag!Wat moest het worden? Een
droge opsomming van de opgevoerde stukken?
Een critiek?Ik lachte somber. Een
critiek, nadat ik dit spel had gezien? Hoe kon ik
dan nog iets opbouwends beweren, iets goeds
zeggen van ons armzalig geprutsIk zou
er niet toe in staat zijnIk was nog verzonken
in mijn sombere overpeinzingen toen ik werd op
geschrikt door de muziek en even later was ik
opnieuw gevangen door de bekoring van het spel.
Tot het scherm viel. Pauze. Ik dacht niet
meer. Als in een droom ging ik de zaal uit,
drentelde de foyer binnen enliep pardoes
aan tegen Stiekums adviseur-regisseur. Natuur
lijk! Hoe kon 'took anders? De Duivel op het
tooneel en Sjellie niet onder het publiek On
mogelijk! Begroeting als kunstbroeders, een sigaret
opgestoken en toenhet stukhet spel
Bewonderingeerst bewondering en toen
langzamerhand: critiek. Waarachtig. Stiekums
adviseur oefende critiek uit op Verkade, op Mientje
Duijmaar, ten slotte op alles en iedereen.
't Was heel mooi, zeker, maar kijk eens, dat kon
beter zóó en die scène was wat zwakjes, vond jij