CXIV de Dorpskas haar af en toe vriendelijk toestopte. Er kwamen donateurs, veel donateurs, bijna het geheele corps! En dat moest ook. Stiekum voor het corps en het corps voor Stiekum. Dat werd de leuze! In vroegere jaren engageerde Stiekumgesteund door de corpskas, eenige tooneel-virtuozensoms van twijfelachtige capaciteit, soms ook vrij goed. Vooral de vrouwelijke schoonen die daarbij hare gratiön ten toon spreidenvielen meestal in den smaak, 't Kostte echter vrij veel geld en boven dien: kon het corps zélf niet de noodige krachten geven Dit laatste moest kunnen. En het kon ook. Dat bleek al onmiddellijk na de eerste opvoering. Een beroemd detectivenummer, weergegeven door eenige ras-acteurs had het noodige succes, 't Kon echter nog beter. De adviseur-regisseur, die blijkbaar geeif'geringe verwachtingen koesterde van zijn discipelenliet zoomaar a bout portant Perlemoer en Potasch in studie nemen en voor een uitgelezen publiek ten tooneele voeren. Het succes was zoo groot en de costumes waren zoo onberispelijk dat de acteurs en actrices na afloop in hun overwinningsroes de benedenzaal van het Zuid gingen bezoeken tot groot vermaak van het meerendeel der café-gasten. Vooral de dam es-ar tisten oogsten bij deze gelegenheid vele bewonderende blikken en lokkende lonkjes en ook, gezien de spoedige terugtocht: veel roem. Een volgende avond ging „de Huwelijksadver-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 128