Jaarverslag Cadetten-Roei-Vereeniging. Wat zijn ze toch ruw en onverschillig geworden in de vrije dressuur. Je merkt het niet alleen aan schilderijen in de cantine, aan de rateltjes en hoepeltjes op de binnenplaats, nachtelijke raids en wat dies meer zij nog veel erger: débacle in de roeiloods. Al wat er nog was, was onbruik baar. De huiden der cadetten zijn getaand in deze ruwe tijden de huiden van de bootjes konden er niet tegen. Met kracht is het opruimingswerk begonnen; de oude boel werd in den aardappelkelder gezet en de booten welke niet gedoemd waren om voorgoed onder het walletje te verdwijnen, werden opge kalefaterd en worden nu gebruikt voor beginne lingen. Dank zij de bemoeiingen van den kapitein Dudok van Heel en enkele andere begunstigers hadden we in minimum van tijd een geheel nieuwe vloot. Ja, onzen Beschermheer mogen wij wel zéér dank baar wezen voor zijn onvermoeide zorgen, waar het de belangen van de Roeiclub gold. Zorgen die zelfs voortduurden met onverminderde energie, toen hij op het ziekbed lag. Zoo hadden wij dus een nieuw stel materieel. Het bestuur zorgde voor vaste ploegen geregelde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1916 | | pagina 134