cxxviii
cle lezing, mocht ze echter niet hard lukken. Hij
was niet vrij sterk in z'n verdediging en in het
formuleeren zijner gedachten.
Op een veel hoogere sport der hiërarchieke ladder
onzer debatingen stond de rede van Boogaard
over „Boeddhisme".
Op begrijpelijke wijze legde spreker ons de
Boeddhistische leer bloot, wist ons een tipje te
ontsluieren van de in zooveel mysterieuse mystieke
aantrekkelijkheid gehulde leer van den grooten
Buddha.
Het door Küpfer gekozen onderwerp „De Critiek
der Waarde" lokte een levendig debat uit, zoo
levendig dat het plan werd geopperd een avond
uitsluitend te wijden aan het „Vervolg-debat".
Helaas is hier niets van kunnen komen.
De laatste der lezingen was die van Kiezel over
„Het Vreemdelingen Legioen" en hierbij wil ik
een woordje voegen teneinde te trachten de ver-
eeniging weder in eere te herstellen bij de klasse
A III waar de goede naam der vereeniging vrijwel
in discrediet was gebracht (en nog wel op zéér
unieke wijze
Deze lezing van Kiezel n.l. is ongeveer het eenige
zuiver militaire betoog dat gehouden is en dit
speciaal als antwoord op hetgeen in A III gezegd
was.
Wat het bestuur reeds van te voren wist, werd
ii fonds bewaarheid, n.l. dat er bijna geen toe
hoorders waren, hetgeen zeker niet aan spreker
te wijten was.
En dit is te begrijpen. In eene inrichting als
