CLII
nageslacht is, rustig in het bezit van een absoluut
oude C. S. (komt dat ooit weer?), dit zich niet be
wustzijn, dat hier en daar vier brandplekken op
een vensterbank of zoode afdrukken zijn van de
pooten van een gloeiendensnelkoker; zal
het zich niet bewust zijn dat gasarmenvriendelijk
de gymnastiekzaal verlichten bijv. bij feestelijkheden,
gediend hebben om rijst te koken; zullen ze niet
weten dat eens al die zware rustige teekentafels
op elkaar gestaan hebben, bedekt met viltpapier
met „voorzichtig" erop in wit krijt, dienend om
te voorkomen, dat bet-overgrootvaders van hunne
chefs, opgesloten zouden worden op hun slaapzaal.
Evenmin zullen ze er een flauw vermoeden van
hebben, dat de keuken nog wel eens in plaats
van gehakschotelsrats heeft geproduceerd
of dat er daar inplaats van versch wit- en bruin
brood en thee e. d. weieens kuch in vettige blikken
teilenkoffie in groote lekke ketels en margarine
in de omgekeerde deksel ervan uitgedeeld is voor
ontbijt; maar waarvoor moet hun dat gezegd worden?
Latenj.we liever officieel blijven.
We moeten vermelden, dat het vereenigingsleven
zich sterk ontwikkelde; in dien zin echter dat,
jammer, niet speciaal de corpsclubs goed gedijden,
maar dat b.v. een deftige debatingclub bloeide
en doodbloedde, dat er zelfs schaak- en whist
clubs, waren om niet van nog intiemere dingen te
spreken.
Noemen we voerts de ontbaringsfuifdie natuur
lijk door de omstandigheden veel aan traditie heeft
moeten verliezen, maar daarom niet minder ge-